Koolhydraten zijn een groep chemische verbindingen met een gemeenschappelijke biochemische structuur op basis van koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O). Suikers, zetmeel en voedingsvezels zijn allemaal vormen van koolhydraten. De meest eenvoudige koolhydraatmoleculen zijn suikers (monosachariden en disachariden). Complexe koolhydraten als zetmeel (polysachariden) en voedingsvezels (oligo- en polysachariden) bestaan uit langere ketens en structuren van suikers. Suikers en zetmeel worden verteerbare koolhydraten genoemd.
Verteerbare koolhydraten vormen een directe bron van glucose, een belangrijke energiebron voor het lichaam en zelfs de meest belangrijke bron voor onder meer hersenweefsel en rode bloedcellen. Bij een tekort aan koolhydraten kan glucose ook uit proteïnen en andere verbindingen worden gehaald.
Zowel honden als katten beschikken over verteringsenzymen die verteerbare koolhydraten kunnen afbreken tot suikers zodat ze in de dunne darm worden geabsorbeerd. Een uitzondering hierop vormt melksuiker, lactose, dat door de meeste volwassen honden en katten niet goed kan worden verteerd en kan leiden tot maag- en darmklachten.
Zetmeel speelt bovendien een belangrijke rol in het productieproces van droge diervoeding omdat de gelatinering een essentieel onderdeel vormt van het extrusieproces.
Honden en katten beschikken niet over de enzymen die nodig zijn om de verbindingen tussen suikers in vezels af te breken. Vezels zijn daarom geen directe glucose- of energiebron voor ze. Wanneer de vezels de dikke darm bereiken, worden ze echter gefermenteerd (afgebroken) door de darmflora (vooral door bacteriën en gisten) en leveren ze energie aan bacteriën en cellen in de dikke darm. De mate van fermenteerbaarheid hangt af van het type vezel.
Vezels zijn op meerdere wijzen gezond voor huisdieren. Sommige fermenteerbare vezels, de prebiotische vezels, ondersteunen een gezonde darmflora, wat helpt bij het tegengaan van de groei van schadelijk bacteriën. De fermentatieproducten van vezels hebben een gunstige werking op de cellen van de dikke darm. Niet-fermenteerbare vezels ondersteunen een regelmatige stoelgang en zorgen voor een goede consistentie van de ontlasting. Omdat vezels vrijwel geen calorieën bevatten, worden ze bovendien gebruikt voor het genereren van massa in honden- en kattenvoer. Ook zorgen ze voor een gevoel van verzadiging bij dieren die vatbaar zijn voor overgewicht.
De meeste soorten diervoeding bevatten een mix van fermenteerbare en niet-fermenteerbare vezels en bieden zo de voordelen van beide soorten vezels.
De meest voorkomende bronnen van zetmeel in diervoeding zijn granen, peulvruchten en wortelgewassen. Zetmeel moet goed worden verhit om te kunnen worden verteerd en om darmproblemen te voorkomen.
Vezels zijn afkomstig uit volkoren granen, gepurificeerde cellulose, bieten- of cichoreipulp, psylliumzaad, groente en fruit, inuline en FOS (fructo-oligosachariden).
Koolhydraten zijn geen essentiële voedingsstof, maar zijn wel een simpele bron van energie en glucose. Ze maken het samenstellen van zowel diervoeding met een gemiddeld vetgehalte, als van laag calorische diervoeding die gewichtsverlies ondersteunt, mogelijk. Koolhydraten verminderen ook de noodzaak tot het gebruik van dierlijke eiwitten, een bron die slechts beperkt beschikbaar is voor diervoeding en die bovendien een hogere carbon footprint kent. Voedingsvezels zijn eveneens geen essentiële voedingsbron, maar hebben zeker nut. Ze dragen bij aan een gezonde darmflora, een goede stoelgang en aan een gevoel van verzadiging.
De belangrijkste bronnen van vezels en koolhydraten die in diervoeding worden gebruikt, bieden ook belangrijk essentiële voedingsstoffen als vitamines, mineralen en vetzuren.
De optimale hoeveelheid verteerbare koolhydraten en vezels die een huisdier nodig heeft, verschilt per dier. Overleg met uw dierenarts of diervoederspecialist wat het beste is voor uw huisdier.
Europese wetgeving stelt eisen aan de minimale hoeveelheid informatie over de voedingswaarde die op het etiket van diervoeding vermeld moet worden. Deze informatie staat vermeld onder het kopje ‘analytische bestanddelen’ in gram per 100 gram gegeven voeding (%). Dit heeft betrekking op eiwit (of ruw eiwit), vetten (of ruw vet), anorganische bestanddelen (of ruwe as) en ruwe vezels (ruwe celstof). Verteerbare koolhydraten hoeven hier niet te worden vermeld.
Het gehalte aan ruwe vezels dat op het label wordt vermeld, is het resultaat van een chemische analyse en geeft een lage schatting van de totale waarde in het voer; het vezelgehalte ligt meestal hoger dan vermeld. Voor meer gedetailleerde informatie over de hoeveelheid koolhydraten in specifieke diervoeding kunt u het beste contact opnemen met de producent.
Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren (NVG)
Reitseplein 1
5037 AA Tilburg
© 2002 - 2024 | Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren