Mensen worden steeds bewuster van wat er allemaal in hun voeding wordt verwerkt. Dit geldt ook voor hun huisdier. Wat krijgt mijn huisdier nu eigenlijk allemaal binnen, en is dat goed voor mijn hond of kat? Eurofins test, meet en onderzoekt huisdiervoeding op kwaliteit en veiligheid. Linda Tilman en Jeroen van Soest vertellen welke ontwikkelingen zij zien in de markt en welke gevolgen dat heeft voor het testen van huisdiervoeding.
Veranderende behoeftes
“Op dit moment zie ik dat de behoeftes veranderen en dat producenten steeds meer op maat gemaakte diervoeding produceren”, legt Linda uit. “Honden met gewrichtsproblemen hebben andere voeding nodig dan honden met obesitas. Daar gaan steeds meer bedrijven op in spelen, ieder dier is anders en heeft andere voedingswaarden nodig.”
Linda vertelt dat de onderzoeken binnen de laboratoria van Eurofins wel steeds complexer worden. “We kunnen heel veel exacte metingen doen, zoals bij vitamines en mineralen. Tegelijkertijd zien we dat de voedingswaarde-analyses in huisdiervoeding heel complex kunnen zijn. Lang niet alle laboratoria analyseren de voedingswaarden in huisdiervoeding op precies de juiste manier. We kunnen gelukkig steeds meer testen dankzij de ontwikkelde analyses.”
De juiste koolhydraatmeting
Koolhydraten zijn tegenwoordig niet meer weg te denken in de productie van huisdiervoeding. Koolhydraten hebben namelijk niet alleen een positief effect op de hersenfunctie, maar ook op dieren met diabetes, obesitas of botproblemen. Jeroen vertelt dat koolhydraten erg complex zijn. “Het totale aantal koolhydraatmoleculen zijn ontelbaar. Als je van plan was te tellen, raad ik je aan om te stoppen. Er bestaan zoveel verschillende soorten, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Het meten van koolhydraten is daarom niet eenvoudig.”
Veel productiebedrijven vermelden koolhydraten als verzamelnaam op de verpakking. Ze meten alle ingrediënten en labelen het restant als koolhydraten. Dit is toegestaan, maar volgens Jeroen kan het voor consumenten relevant zijn om specifieke informatie te geven. “Zo heb je namelijk koolhydraten die niet verteerbaar zijn (vezels) en wel verteerbare koolhydraten (suikers en zetmeel). Vezels zijn heel gunstig, maar te veel suikers binnenkrijgen kan weer leiden tot obesitas of diabetes.“
Binnen Eurofins zijn er inmiddels veel methodes ontwikkeld die koolhydraten, en andere ingrediënten heel nauwkeurig kunnen meten. Ik denk dat het juist heel belangrijk is om de voedingswaarde op je product zo compleet mogelijk te communiceren naar de klant, zeker nu er steeds meer methodes zijn. En de kosten, die vallen mee. Zeker als je bedenkt dat je met onderzoek de duurdere koolhydraten die je inkoopt goed kunt bepalen en nauwkeuriger kunt doseren”, aldus Jeroen.
Linda en Jeroen denken dat analyses in de komende jaren nog belangrijker worden. “Bij Eurofins ontwikkelen we steeds nieuwe methodes om huisdiervoeding te kunnen testen, meten en onderzoeken. Dat is ook iets wat de markt nodig heeft. Voeding speelt een belangrijke rol bij mensen, en zo wordt er ook steeds bewuster gekeken naar huisdiervoeding. Het is niet meer nodig om onnauwkeurige metingen te doen als er betrouwbare methodes beschikbaar zijn.”
*Mede naar aanleiding van dit interview, zijn wij nog in overleg zijn met diverse experts over het labelen van koolhydraten. Er bestaan verschillende inzichten over definities en calculatiemethoden en er wordt nog op Europees niveau bekeken wat de juiste methode zou zijn om koolhydraten te labelen op pet food. Kortom, er wordt nog aan gewerkt. Dit is een prachtig praktijkvoorbeeld van de toegevoegde waarde van kennisuitwisseling tussen leden en kennispartners. Het benutten van elkaars expertise en het stimuleren van dialoog leidt tot gezamenlijke vooruitgang in de petfood sector. En daar zijn we trots op.
Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren (NVG)
Reitseplein 1
5037 AA Tilburg
© 2002 - 2024 | Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren